Je interne temperatuur regulatie systeem resetten
We vinden warmte vaak lekker, maar ons lichaam wordt er soms minder blij van. Als je het te warm krijgt, merk je dat direct. Je voelt je sloom, lusteloos en misschien ook gewoon niet helemaal goed. Aan de andere kant vinden we het ook niet fijn als we het te koud hebben. Dan gaan we rillen, en als we écht heel erg koud zijn, kan er zelfs onderkoeling optreden. Wat dat betreft, is de temperatuurregulatie in een mensenlichaam een heel nauwkeurig proces.
Wat is een normale lichaamstemperatuur?
Lang werd gedacht dat 37,0 graden Celsius de ideale gemiddelde lichaamstemperatuur was. Bij alles onder de 37 graden was je koud, en bij alles boven de 37,5 graden had je verhoging. En nog verder daarboven had je koorts. Maar dat is inmiddels alweer achterhaald, want gemiddeld komt de huidige temperatuur van een mens nu uit op 36,4 graden. Mensen die een normale temperatuur van 35,5 graden hebben, en stijgen naar 36,5 of 37,0, kunnen al verhoging hebben en klachten krijgen.
Kortom: de normale lichaamstemperatuur verschilt tegenwoordig per mens. Maar het is wel duidelijk dat als je 38,3 graden koorts hebt, je een probleem hebt. Het temperatuurregulatiesysteem in ons lichaam bepaalt voor een groot deel hoe we ons voelen. Is dat systeem in de war, dan merk je dat snel genoeg.
Hoe werkt temperatuurregulatie?
Je lichaamstemperatuur moet continu in evenwicht blijven. In principe kan het lichaam dat zelf heel erg goed. Dat werkt met warmteproductie en warmteafgifte. Organen, huid en spieren zijn verantwoordelijk voor het produceren van warmte. Het opnemen van warmte gebeurt door onder meer de huid. Dat gebeurt als de buitentemperatuur buiten hoger is dan de temperatuur van de huid.
Een klein biologielesje: we hebben allemaal een hypothalamus. Dat is het regelcentrum van onder meer de lichaamstemperatuur. Het is een klein geheel van structuren in je hersenen. Deze zorgt er ook voor dat je weet wanneer het dag- en nacht is en of je honger of dorst hebt. Maar laten we ons even focussen op de temperatuur. De hypothalamus heeft zogeheten ‘thermoreceptoren’. Ze zitten ook in de huid en in het ruggenmerg.
Die receptoren zorgen ervoor dat het lichaam in balans blijft. Als de temperatuur stijgt boven de benodigde waarde, wordt er meer warmte afgevoerd. Bijvoorbeeld door te zweten of door de huid extra te doorbloeden.
Serotonine, dopamine en de lichaamstemperatuur
Nu komt het deel waar alles als een puzzel op z’n plaats valt: de introductie van serotonine, dopamine en het effect op de lichaamstemperatuur. Deze twee stoffen zijn de belangrijkste neurotransmitters voor de temperatuurregulatie. En laat je die twee stoffen nu heel snel en goed kunnen laten aanmaken door je lichaam te laten schrikken met kou.
Wanneer je een ijsbad neemt, komt er onder meer dopamine vrij in je hersenen. Je treedt uit je comfortzone. Kou stimuleert de afgifte van onder meer dopamine, endorfine en serotonine. Endorfine remt de afgifte van stresshormonen, waardoor je je wat minder gestrest voelt. Endorfine reguleert ook de afgifte van dopamine en serotonine (ook wel gelukshormonen genoemd). Daarvoor voel je je gelukkiger, je komt in een soort ‘high’ terecht.
Je las al dat dopamine en serotonine de belangrijkste neurotransmitters van temperatuurregulatie zijn. Je kunt dan ook bedenken welk effect het vrijkomen van deze stoffen op je temperatuur zal hebben, en hoe je je daarmee voelt.
Temperatuur resetten
Met deze stoffen kun je je temperatuur resetten. Als je dat doet, voel je je heel anders dan voordat je een koude douche of een ijsbad nam. Je voelt je lekker opgewekt, geconcentreerd en gemotiveerd. De bloedvaten vernauwen zich en er stroomt minder bloed naar de bloedvaten onder de huid. Het bloed blijft zo dicht mogelijk bij de belangrijkste delen van je lichaam. Op die manier houdt je lichaam je inwendige temperatuur op peil.
Een ontzettend knap systeem, dat ervoor zorgt dat je bijvoorbeeld niet onderkoeld raakt. Het is helemaal niet erg om het een keertje koud te hebben. Je lichaam schrikt even, maar kan het allemaal wel aan.
Leren met kou om te gaan
Leer om met de kou om te gaan door eerst een koude douche te nemen. Eerst 15 seconden, de dag erop 30 seconden en dan 45 seconden. Op een gegeven moment heeft je lijf door dat kou helemaal niet zo erg is. Je went eraan. Zo bereid je jezelf voor op het nemen van een ijsbad. In het begin kun je de nek en de schouderbladen er buiten laten: deze zijn extra gevoelig. Laat het koude water over de rest van je lichaam heen komen.
Kijk op een positieve manier naar kou. Probeer de stressreactie die je lichaam krijgt, onder controle te krijgen. Doe bijvoorbeeld wat ademhalingsoefeningen. Op een gegeven moment ben je klaar om een ijsbad te nemen. Onthoud dan hoe je de eerste keer met kou bent omgegaan. Adem krachtig in en probeer zo lang mogelijk uit te ademen.
Door deze stappen uit te voeren, geef je je interne temperatuurregulatiesysteem een reset. Je merkt dat je je er een stuk lekkerder door voelt. Voordat je het weet, wil je steeds vaker een ijsbad nemen.